A quite railway station
Cold rails on stones. Someone hums an inaudible song along. In the distance, a crow crows to itself. Hopping between the two steel lines between Delft and The Hague. Looking for something shiny or to eat.
Two leather shoes creak while an elderly lady walks quietly to a sign to take a picture. There is a text about celebrating loneliness.
“It’s such a beautiful poem, young man,” she says. Half wondering and apologizing to the young-looking middle-aged man who has to step aside.
“Just too bad about the streak of light in the picture.” She looks at her screen and is not so sure.
“If you take a step back, you’ll see it better, ma’am.”
The lady looks pleased. The young man appears friendly. Her slight fear gives way to proud decisiveness. She takes two big steps back. Sees too much on the screen. Takes a picture anyway. The text is so small she can no longer read it.
“Oh yes, of course I can zoom in.” She pinches two fingers across the screen and takes a perfect picture.
“You have to keep learning, don’t you?!”
“Yes ma’am, that’s life. Keep on learning.”
The crow hops comically between the sleepers, continuing along the platform. He doesn’t seem to see the big train approaching.
The waiting people seem unfazed by the dull thump.
A blast of wind, made by the steadily rushing train.
The crow has made a smooth leap to the verge, where he crows on, undisturbed.
The young man contemplates life. “How nice it would be if everyone could handle unexpected, heavy things so easily.”
Een stil station
Koud spoor op de stenen. Iemand neuriet een onhoorbaar liedje mee. In de verte kraait een kraai tegen zichzelf. Hoppend tussen de twee stalen rails tussen Delft en Den Haag. Op zoek naar iets glimmends of te eten.
Twee leren schoenen kraken terwijl een bejaarde dame rustig naar een bord loopt om een foto te maken. Er staat een tekst over het vieren van eenzaamheid.
“Het is zo’n mooi gedicht, jongeman.“, zegt ze. Zich half verwonderend en verontschuldigend tegen de jong uitziende man van middelbare leeftijd die een stap opzij moet zetten.
“Alleen jammer van de streep licht in de foto.” Ze kijkt ietwat beteuterd naar haar schermpje en weet het niet zo goed.
“Als u een stapje terug zet, kunt u een betere foto maken, mevrouw.“.
De dame kijkt blij. De jongeman blijkt vriendelijk. Haar lichte angst maakt plaats voor trotse kordaatheid. Ze zet twee grote stappen terug. Ziet te veel op het scherm. Maakt toch een foto. De tekst is zo klein dat die niet meer leesbaar is.
“Oh ja, ik kan natuurlijk in-‘zoemen’.” Ze knijpt met twee vingers over het scherm en maakt een perfecte foto.
“Je moet blijven leren heh?!”
“Ja mevrouw, dat is het leven. Blijven leren.“
De kraai hopt kolderiek tussen de bielzen, verder langs het perron. De grote, aanstormende trein lijkt hij niet te zien.
De wachtende mensen lijken niet gestoord door de doffe dreun. Een klap wind, gemaakt door de vastberaden verder razende trein.
De kraai heeft een soepel sprongetje gemaakt naar de berm, alwaar hij ongestoord verder kraait. De jongeman overpeinst het leven. “Wat zou het mooi zijn als iedereen zo behendig met onverwachte, zware zaken om zou kunnen gaan.”